Intergenerationele en interculturele activiteiten van Molukkers in Eerbeek: interviewproject met kinderen.
“Drie kwart Moluks en één kwart Nederlands”, zo introduceert Quishara Nanuru zichzelf. “Mijn oma is Turks en mijn opa Moluks”, vertelt Eliz Nora Galeli. Nadia Retuadan en Andrii Yeremenko zijn nog maar enkele jaren geleden in Nederland komen wonen, Andrii vanuit Oekraïne en Nadia vanuit de Molukken. En de opa van Yaézora Goldsmid kwam in 1962 vanuit Nieuw-Guinea naar Nederland. Alle vijf de kinderen wonen in Eerbeek en zijn de hoofdpersonen van het project ‘Eén gemeente, veel culturen, meer gesprekken’.
In 2024 vierde de Molukse kerk Silo haar 60-jarige bestaan. Vanuit de werkgroep die de kerkraad ondersteunt in kerkelijke activiteiten, kwam het initiatief om dit te vieren met een aantal activiteiten in samenwerking met de Eerbeekse bibliotheek. Augustien Matulessy-Souisa, Jeffrey Pentury en Yvon Tallane van de werkgroep en Nanneke Wigard van het educatieve platform Molukse Voetstappen verzorgden een tentoonstelling in de bibliotheek gedurende de hele maand oktober. Hoofddoel van ‘Eén gemeente, veel culturen, meer gesprekken’ was om verschillende culturen en generaties in Eerbeek samen te brengen en verhalen uit te wisselen. De vijf kinderen in de basisschoolleeftijd gingen aan de slag met het interviewen van hun opa, oma of buurvrouw met vragen over identiteit, tradities, normen en waarden, cultuurverschillen, je plek vinden in de Nederlandse samenleving en je thuis voelen in Eerbeek. Deze verhalen presenteerden de kinderen in een bijeenkomst op zaterdagmiddag 26 oktober samen met host Dewi Persulessy. Daarbij vond ook een groepsgesprek plaats met de geïnterviewde ouderen en de kinderen samen. De belangstelling voor de bijeenkomst was groot.
Van de bijeenkomst is een video-impressie gemaakt door Eye Network Media.
Quishara’s oma Rieky Werinussa kan lekker Moluks koken en spreekt ook Moluks Maleis. Dat heeft ze geleerd van de eerste generatie door te gaan helpen bij het koken voor feesten. ‘Makan’, met handen en voeten leerden ze elkaars taal. Want de Nederlandse Rieky had in het uitgaansleven in de jaren ’70 de Molukse Henny (ook bekend als Bab) ontmoet. Op de vraag van haar kleindochter hoe ze het vond om met een Molukse man te trouwen, antwoordt oma Rieky: “Ik ben gewoon ingeburgerd in de Molukse gemeenschap. Je bent altijd welkom en ze verwelkomen je met open armen. Als je rond etenstijd komt, wordt er gewoon een bord extra neergezet zodat je mee kan eten. Bij veel Nederlanders is dat niet zo; dan word je weggestuurd en wordt er gezegd: ‘Kom na het eten maar terug.’ De eerste verjaardag van een kind wordt heel groots gevierd; bij de Nederlanders valt dit wel mee. Hetzelfde geldt als je gedoopt wordt of belijdenis doet. Dan zijn ze al maanden van te voren aan het plannen en wordt er een hele kookploeg opgetrommeld om in de week voor het grote gebeuren alles te koken en te bakken. Er komt dan familie vanuit heel Nederland om dit met jou te vieren.”
Verschillen tussen culturen benoemt ook de Turkse Mèfaret Yeşil die door Quishara en Nadia geïnterviewd is. Zij kwam in 1973 als kind in Eerbeek wonen als dochter van een gastarbeider. De papierindustrie in Eerbeek trok altijd veel mensen van buiten aan. Ook de vader van Andrii werkt er nu. Mèfaret: “Toen de buren op visite kwamen en hun schoenen niet uitdeden, durfde mijn moeder daar niets van te zeggen.” Maar, benadrukt ze: “Elke cultuur is waardevol op haar eigen manier. Het is goed om met respect om te gaan met regels van anderen.” En de buren hielpen haar ook met Nederlands leren. In die tijd was het moeilijk om halal eten te verkrijgen en met de taal ging het wel eens mis. Eens bleek het vlees dat haar moeder had gekocht te bestaan uit hondenbrokjes.
Hoewel Andrii pas sinds 2022 in Nederland is, spreekt hij vloeiend Nederlands en treedt hij regelmatig als tolk op voor zijn ouders. Het gezin Yeremenko is de oorlog in Oekraïne ontvlucht en woont sindsdien in een opvanglocatie voor Oekraïners in Eerbeek. Andrii’s opa en oma wonen daar ook. Ze spreken verschillende talen: Oekraïens, Russisch, Engels en Nederlands. Tolken voor je ouders herkennen de Molukse en Turkse volwassenen ook uit hun jeugd. Soms was het ongemakkelijk om met je ouders mee te gaan naar een dokter, soms kon je er ook voordeel uithalen als het ging om een gesprek op school.
Voor het gezin van Andrii was het ook wennen dat je in Nederland je schoenen niet uitdoet als je thuis bent. En klompen vinden ze echt gek. Maar wat Andrii het interessants vond uit het interview met zijn opa Alexander is dat opa toen hij zo oud was als Andrii zelf een fiets bouwde. In zijn Oekraïense dorp waren fietsen niet gebruikelijk, maar opa zette zelf een fiets in elkaar uit sloopmaterialen. En die gebruikte hij gedurende zijn hele jeugd.
Voor Nadia is de Nederlandse taal ook geen probleem meer hoewel ze pas een paar jaar geleden vanaf Ambon naar Eerbeek kwam. Eerst zat ze in een schakelklas en nu op De Enk. Gekleed in Tanimbarese kleding presenteert ze het verhaal van oma Nelly van wie de ouders in 1951 samen met ca. 13.000 andere Molukkers naar Nederland werden verscheept. Zelf is oma Nelly geboren in een verhuiswagen toen het gezin Ursepuny vanuit een woonoord in Geleen naar Middelburg verhuisde. Het raakt Nadia dat haar oma al op haar 16e van school ging om geld te verdienen in een wasserette. Het grote gezin met dertien kinderen had het geld nodig. Indrukwekkend is ook de herinnering die oma Nelly met het publiek deelt over gebeurtenissen in Westkapelle in 1956. Hoewel ze pas drie jaar oud was, herinnert ze zich dat er gevechten ontstonden tussen de bewoners en de politie. Dat had te maken met de invoering van de Zelfzorgregeling. Uit protest dat zij voor hun eigen inkomsten moesten gaan zorgen terwijl zij zichzelf nog als militair zagen waar de Nederlandse staat verantwoordelijkheid voor droeg, gingen de bewoners ‘proletarisch’ winkelen. Ook de kinderen en moeders gingen demonstreren. De moeders draaiden zich om, deden hun sarongs omhoog om hun blote billen te laten zien aan de ME. De omsingeling van het kamp door de ME, de schietpartij en de honger, oma Nelly kan het zich nog goed herinneren. Op een gegeven moment knipte oma’s broer het prikkeldraad kapot om aardappels te gaan halen bij een boer die medelijden had en ze gaf.
De opa van Eliz Nora, Anies Bakarbessy, had in de woonoorden in Teuge en Vaassen gewoond voor het gezin in 1962 verhuisde naar Eerbeek. Aan zijn kleindochter vertelt hij: “Toen ik vijf was verhuisden we naar Eerbeek omdat mijn vader hier werk kreeg en ze huizen beschikbaar stelden voor Molukse gezinnen. Mijn ouders hebben bewust de keuze gemaakt om van het kamp en uit Vaassen te vertrekken voor onze toekomst. We zouden anders aan elkaar blijven plakken en weinig integreren waardoor de kansen voor hun kinderen minder goed waren.” Hij vindt dat zijn ouders een goede keuze hadden gemaakt. “Er waren al gastarbeiders in Eerbeek dus de Eerbeekse inwoners waren al wel wat gewend en ik heb geen (integratie) problemen of ruzies ervaren met de Eerbeekse bevolking.”
Eliz’ oma, Fatma Galeli-Karaaslan, komt uit een van de vijf eerste gezinnen van Turkse gastarbeiders. De vaders woonden eerst in een pension in Eerbeek. Pas jaren later kwamen hun gezinnen over. Terugkijkend vertelt oma Fatma: “Doordat we samen met familie naar Nederland kwamen, waren we erg op elkaar gericht. We hebben onze eigen cultuur eigenlijk meegenomen hier naartoe. Heel geleidelijk maakte ik kennis met de Nederlandse cultuur en kon daar op deze manier goed aan wennen. Vooral in het dorpshuis maakte ik contact met Nederlandse mensen tijdens naaicursussen etc. Nu voelt Nederland als mijn tweede thuisland.”
“Ik ben een geïntegreerde Molukker en heb me goed kunnen aanpassen. Ik heb de Nederlandse cultuur omarmd maar met respect en naleving van de Molukse normen en waarden. Verder ben ik een gelukkig mens met mijn gezin, kinderen en kleinkinderen”, omschrijft opa Anies zichzelf. De familie bestaat uit veel verschillende culturen. “Mijn dochter is getrouwd met een Turkse man en dus een Turkse schoonfamilie. Daarnaast Marokkaanse aangetrouwde familie. Met deze verschillende culturen in één familie leven wij harmonieus samen. Wij ervaren geen grote cultuurverschillen maar zijn juist erg close doordat deze culturen ook erg familiegebonden zijn, uit grote gezinnen komen en hebben meegekregen respect te hebben voor elkaar. De gebruiken op het gebied van eten, gastvrijheid en het delen en zorgen voor elkaar zijn hetzelfde.”
Rudy Hogendorp, de opa van Yaézora, kwam in 1962 met het vliegtuig naar Nederland met zijn ouders, drie broers en drie zussen. Ze woonden toen in Nieuw-Guinea dat tot dat jaar nog bij Nederland hoorde. Maar toen werd het overgedragen aan Indonesië. Yaézora vertelt dat opa Rudy een korte broek aan had, dat het hard waaide en dat hij het heel koud had. Op de vraag van zijn kleindochter hoe hij zijn culturele achtergrond omschrijft, vertelt opa: “Ik ben een gelukkig man die leeft in twee werelden, de Moluks-Menadonese en de Nederlandse. Het is belangrijk dat je weet wie je ouders zijn en waar je vandaan komt. Hoe je omgaat met familieleden en kennissen. En muziek en taal.” Opa Rudy herinnert zich ook dat zij een van de eerste donkere mensen in Eerbeek waren. Als hij buiten speelde met andere kinderen en de kinderen wat gingen drinken, moest hij van de ouders buiten blijven staan. De Nederlandse kinderen mochten naar binnen. Opa moest ook wennen aan de openheid en het directe van de Nederlandse cultuur. Opa vindt het wel fijn dat de zorg bijvoorbeeld de tandarts en dokters goed geregeld zijn.
Oma Mèfarets vader wilde sparen om terug te gaan naar Turkije maar dat is er niet van gekomen. “Je hebt twee landen of eigenlijk geen een”, vertelt ze. “Want daar wordt je gezien als Hollander.” Oma Nelly vult aan: “In Indonesië noemen ze mij ‘melk’.” Quishara is afgelopen zomer voor het eerst naar de Molukken geweest. Dat was leuk al moest ze wel wennen aan de wc’s daar. Haar oma Rieky had de reis naar Indonesië al drie keer gemaakt maar kon deze keer vanwege haar gezondheid niet mee. Of Andrii en zijn familie teruggaan naar Oekraïne blijft onzeker. De stad waar zij woonden, is verwoest.
Over Eerbeek is iedereen positief. “De parel van Gelderland”, aldus oma Mèfaret. Opa Rudy woont nu in Apeldoorn maar: “Wonen in Eerbeek is leuk omdat het een klein dorp is waar iedereen elkaar kent.” Oma Fatma gebruikt dezelfde woorden. Ook zij vindt het leuk om in een klein dorp te wonen. Ze heeft op verschillende plekken gewoond, maar wel altijd in Eerbeek waar veel van haar familieleden wonen. “En de familie van mijn half-Molukse schoondochter, is nu ook familie.”
Na de presentaties hield loco-burgemeester Steven van de Graaf een spontane speech waarin hij o.a. inhaakte op de conclusies uit het gesprek ervoor dat integratie geen eenrichtingsverkeer is. Daarna was er gelegenheid om met elkaar na te praten of de tentoonstellingen te bekijken. De kinderen waren de helden van de middag en kregen van alle kanten complimenten. Er werd koffie, thee en limonade geserveerd en lekkere hapjes uit de Molukse en Turkse keuken. De muziek van Shirley & Friends nodigde uit om nog even lekker te dansen.
Tot slot gaan we terug naar waar dit project allemaal mee begon. Augustien Matulessy-Souisa, zelf een actieve inwoner van Eerbeek, opende de bijeenkomst aldus: “We leven in een gemeente waarin verschillende culturen, tradities en talen elkaar ontmoeten, waar ieder van ons zijn eigen verhaal meebrengt. Dit brengt niet alleen kleur in ons dagelijks leven, maar biedt ook kansen. Kansen om elkaar te leren kennen, samen te groeien en elkaar beter te begrijpen. Dit vereist echter ook inzet. Het vraagt om met elkaar in gesprek te gaan. Gesprekken verbinden. Ze stellen ons in staat om elkaar beter te leren kennen, begrip te tonen en samen oplossingen te vinden voor de uitdagingen die we tegenkomen. Ik hoop dat u het ermee eens bent dat het belangrijk is om naar elkaars ervaringen en zorgen te luisteren. Laten we ons richten op wat ons verbindt en niet op wat ons scheidt. Elke nieuwkomer heeft te maken met een vreemd land, andere gewoontes en een onbekende taal. Het is een enorme uitdaging om je plek te vinden in een nieuwe omgeving. Door open te staan en bereid te zijn om te luisteren, kunnen we die verbinding maken. In deze context speelt het onderwijs een belangrijke rol. Scholen zijn niet alleen plekken om kennis op te doen, maar ook centra van sociale verbinding. Ze kunnen een belangrijke rol spelen in het bevorderen van begrip tussen verschillende culturen. Door diversiteit in de klas te omarmen en leerlingen te stimuleren om met elkaar in gesprek te gaan, leggen we de basis voor een samenleving waarin iedereen zich welkom voelt.”
Werk je in het onderwijs en wil je een soortgelijk project op jouw school doen? Daar helpen we graag bij! Je kunt contact met ons opnemen via het contactformulier of door te mailen naar nanneke@moluksevoetstappen.nl